dinsdag 27 september 2011

Asperges.

Ik heb een hekel aan asperges. Als je het mij vraagt zijn die krengen niet te eten en de geur is ook al niet je-van-het. En als we het dan toch over de zintuigen hebben.. de looks zijn het ook niet. Ze ogen een beetje als.. nouja jeweetwel.

Er is maar één asperge waar ik van houd. Enorm veel van houd. Die lekker ruikt, er leuk uit ziet en over de smaak hoor je mij ook niet klagen. Gelukkig trekt deze asperge zicht niets aan van de 'aspergetijd' en kan ik het hele jaar door van 'm genieten. De beste asperge die er is: vriendjelief.

Huh? Wat zeg ik nu? Vriendje lief is een asperge? Neen, vriendje lief (ik noem hem verder in het stuk A.) heeft asperger. Even ruw gezegd: het is een autist. En lang niet iedereen (uit onze vriendengroep/kennissen) weet dat. Als je hem ontmoet hoeft het namelijk helemaal niet op te vallen. Maar makkelijk is het lang niet altijd. Waarom het voor hem niet makkelijk is kan ik natuurlijk niet omschrijven, maar het is voor mij ook een enorme uitdaging.

Ik heb het bijvoorbeeld lang niet altijd door als A. een asperger-probleem heeft. Hij interpreteert dingen vaak heel anders en bepaalde dingen kosten hem veel meer energie. Dat vergeet ik wel eens.

Aan het begin van onze relatie heb ik er bewust voor gekozen om geen verder onderzoek te doen naar autisme. Dat voelt nog steeds als een goede keus, autisme is namelijk meer een verzamelnaam en geen twee mensen met asperger zijn hetzelfde. Dat maakt het ook zo lastig.

Er is geen handboek 'hoe te leven met een autist'. En soms, heel soms, wou ik dat dat wel bestond. Want soms, heel soms, weet ik het ook even niet meer.

3 opmerkingen: